MEDICIJNEN

Medicijnen zijn een goede manier om de pijn die veroorzaakt wordt door artrose te verminderen. Het is een van de hoekstenen van de aanpak van artrose. Door vermindering van de pijn kunt u beter gaan functioneren en gemakkelijker gaan bewegen. Het is niet zo dat u de gewrichten meer beschadigt doordat u de pijnstillers neemt en de pijn dus minder voelt. Daar hoeft u niet bang voor te zijn. Soms zal uw huisarts een aantal middelen combineren. Dat is niet gevaarlijk, maar het kan juist elkaars werking versterken waardoor de pijnstilling beter wordt.

Welke middelen worden gebruikt?

Er worden verschillende typen medicijnen gebruikt die allemaal net iets anders werken. In principe schrijft de huisarts u medicijnen voor volgens een stappenplan. De eerste stap is paracetamol, de meest onschuldige pijnstiller met de minste bijwerkingen, daarna komen de ontstekingsremmers (ook wel NSAIDs Niet Steroidale Anti-Inflammatory Drugs genoemd) in aanmerking, en tenslotte kunnen er bij onvoldoende baat ook nog morfine-achtige stoffen worden voorgeschreven.

Op vaste tijden of juist alleen bij pijn innemen?

Afhankelijk van de klachten kunnen de pijnstillers op gezette tijden worden genomen, of alleen zonodig. Als de pijn steeds terugkomt, dan is het verstandig om de pijnstillers steeds op vaste tijdstippen te nemen, omdat je anders “achter de pijn aanloopt”. Dat is vermoeiend en pijnstillers werken dan minder goed. Als de pijn vooral optreedt bij voorspelbare activiteiten of tijdstippen dan mag de medicatie ook alleen op die momenten worden ingenomen.

De middelen

Paracetamol
De eerste stap is dus paracetamol, het advies is om deze in te nemen met 2 tabletten van ieder 500mg tegelijk, en dan 4 maal per dag, dus bij het ontbijt, bij de lunch, bij de avondmaaltijd en voor het slapengaan. Oudere mensen boven de 75 jaar wordt geadviseerd om maximaal 3 maal daags 1000 mg in te nemen. Paracetamol helpt vaak uitstekend tegen de pijn en heeft nauwelijks bijwerkingen. Paracetamol is verkrijgbaar in allerlei varianten en de tabletten zijn meestal van 500 mg. Ze zijn vaak te koop bij drogist en supermarkt. Omdat artrose een chronische aandoening is worden ze als tabletten van 1000 mg vaak wel vergoed door de zorgverzekeraar.

Het is belangrijk om in ieder geval niet meer te nemen dan de maximaal 8 tabletten per dag, ook wanneer de pijn niet voldoende onder controle is. Paracetamol in tabletvorm werkt even goed als een zetpil, voor zetpillen is dan ook nauwelijks plaats bij de behandeling van artrose.

Onder de paracetamol-groep verstaan we:

Ontstekingsremmers
Stap 2 in de behandeling van artrose met medicijnen is een onstekingsremmer ofwel NSAID. Soms helpen deze beter medicijnen beter dan paracetamol. Ze werken koortswerend, pijnstillend en ontstekingsremmend. Het nadeel is dat de middelen maagklachten en ook echte maagschade en zelfs maagbloedingen kunnen geven en alleen na overleg met uw arts kunnen worden gebruikt als u ouder bent dan 70 jaar, last heeft van nierfunctieproblemen, hartfalen en ook andere ziektes. Als u wat ouder bent, of u de ontstekingsremmer in combinatie met andere medicijnen neemt, wordt vaak het advies gegeven om er een maagzuurremmer bij te slikken. De combinatie met plaspillen of bloedverdunners is bijvoorbeeld zeker niet ideaal, en kan soms schadelijk zijn. Overleg hierover met uw huisarts. Ook bij de ontstekingsremmers werken de zetpillen niet beter dan de tabletten en ook de bijwerkingen verschillen niet.

Onder NSAID's verstaan we:

Tramadol
Als paracetamol en ontstekingsremmers onvoldoende werken, dan kan er ook nog tramadol worden voorgeschreven. Tramadol is een pijnstilller die een beetje lijkt op morfine. Het middel kan dus ook bijwerkingen geven die daaraan doen denken. Realtief vaak treden misselijkheid en braken op waardoor de toediening moet worden gestopt. Soms duizeligheid. Het kan echter een goed alternatief zijn als de andere middelen onvoldoende werken. Het geeft nauwelijks andere bijwerkingen.
Binnen de tramadol-groep valt:

Injecties in de knie

Wanneer het gebruik van NSAID’s (ontstekingsremmers) de pijn in uw knie niet voldoende verlicht, kunt u samen met uw arts een injectie in het kniegewricht overwegen (niet iedere artrosepatiënt komt hiervoor in aanmerking). Er zijn twee soorten medicijnen die in de knie gespoten kunnen worden: corticosteroïden en hyaluronzuur injecties.

Corticosteroïden
Corticosteroïden zijn natuurlijke hormonen: ze worden door het lichaam gevormd. In eerste instantie werken ze ontstekingsremmend en niet pijnstillend. Om deze reden worden ze niet vaak gebruikt bij artrose. Toch kan een injectie met corticosteroïden in het kniegewricht soms een tijdelijke verbetering geven. U moet dan denken aan een werking van enkele weken tot maanden. Deze oplossing werkt niet voor iedere patiënt.

Hyaluronzuur injecties
Hyaluronzuur komt van nature voor in het steunweefsel van mens en dier. Soms stelt uw arts hyaluronzuur injecties voor om de pijn te onderdrukken. De hyaluronzuur injecties hebben niet bij iedere patiënt even veel effect. Gezien wat er uit onderzoek bekend is op dit moment over de mate van effect, worden hyaluronzuur injecties in Nederland niet aanbevolen als standaard primaire behandeling van artrose van de knie.

Voedingsmiddelen/ supplementen

Glucosamine In de afgelopen jaren is er geschreven over het gebruik van glucosamines en hyaluronzuur. Met name de glucosamines zijn veel geadviseerd en zijn nog steeds te koop. Het lijkt logisch om deze te slikken omdat het kraakbeen, dat bij artrose versleten is, voor een groot deel bestaat uit glucosamines. Aanvulling van een tekort zou je zeggen. Uit allerlei onderzoek van de afgelopen jaren blijkt echter dat de glucosamines niet werkzaam zijn tegen de pijn bij artrose. Aanvankelijk werd dat wel gedacht. Het gebruik van deze middelen wordt dus ook niet meer geadviseerd.

Bronnen: (informatie www.reumafonds.nl en Zorgwijzer Artrose©/1 november 2015)